De juf stelde vragen en leidde de ons door het boek. Het was als een reis waarin we nadachten over wat
gedachten eigenlijk zijn. We ontdekten dat het boek ons uitnodigde om te filosoferen, net zoals de oude
filosofen dat deden.
We begonnen met te begrijpen dat “denken” iets is wat we echt doen, zoals spelen of rennen.
We ontdekten dat niet alle gedachten altijd leuk zijn en leerden over het vergroten van gedachten.
We dachten na over wanneer we het meest nadenken en het verschil tussen denken en weten.
We spraken over hoe moeilijk het kan zijn om niet aan iets te denken.
We keken naar illustraties in het boek en dachten na over kunstenaars die hun gedachten in kunst
veranderen.
We vroegen ons af met wie Noor in het verhaal aan het praten was.
Na het lezen praatten we over wat we hadden geleerd en wat we van het filosoferen vonden. Het was
soms moeilijk, maar ook leuk!
Als afsluiting kregen we een creatieve opdracht. We kregen een tekening waarin we in een tekstwolk één
positieve en één minder positieve gedachte mochten tekenen. Het was een leuke manier om onze eigen
gedachten op papier te zetten. De resultaten lieten zien hoe verschillend onze gedachten kunnen zijn. Het
was alsof we een kijkje mochten nemen in de gedachten van iedereen..
Langdurig zieke kinderen missen vaak heel wat wanneer ze niet naar school kunnen. De lessen, hun vriendjes, samen spelen,... Vandaag probeerden we deze kinderen een hart onder de riem te steken en Bednet wat extra in de kijker te zetten door in onze pyjama naar school te komen.
Een meisje is ervan overtuigd dat spoken bestaan. Maar ze heeft er zelf nog nooit één gezien.
Ze weet zelfs niet hoe ze eruit zien.
Ze nodigt de kleuters uit om samen met haar in de verschillende kamers van haar huis op zoek te gaan.
De kleuters kunnen de spoken zoeken en vertellen waar ze zich bevinden, terwijl het meisje zonder succes blijft zoeken.
Of toch niet?