Olga werkt al jarenlang in een kiosk. Elke dag bedient ze vriendelijk haar klanten. Ze woont en leeft in haar kiosk en zit er zo letterlijk en figuurlijk ‘in vast’. Ze droomt van reizen en mooie stranden. Wanneer een paar jongens haar chips stelen, staat heel haar wereld op zijn kop. Ze ontdekt dat ze met haar kiosk kan lopen. Als ze op een brug verstrikt raakt in de leiband van een hond, valt ze in het water. Ze laat zich door de rivier gewillig wegvoeren. Uiteindelijk gooit een enorme golf haar op het strand. Ze begint er ijsjes te verkopen. Zonder zichzelf te verloochenen, wordt haar droom werkelijkheid.
De kleuters mochten eerst zelf vertellen wat er te zien was. Later werd dan de tekst voorgelezen. Tijdens het voorlezen werd er ingezoomd op de prenten en vooral naar de gelaatsuitdrukkingen van Olga en de andere personages. Zo kwamen de verschillende gevoelens ter sprake.
Olga is een warme, expressieve vrouw. Ze is vriendelijk en beleefd, maar ook een beetje verlegen. Ze is een houvast voor veel mensen. Ze praat met hen en verzorgt en bedient haar vaste klanten. Ze durft te dromen en te veranderen.
Doorheen het boek komen een aantal personages terug. En elk van hen heeft een eigen verhaal. De kleuters konden mee denken wat ze aan het doen waren of gingen doen. Ze vonden het verhaal grappig en er was ook wel iets gemeen.
